QUOTES

...

  • Marcel Duchamp (1887–1968): “Ik ben enkel geïnteresseerd in de juiste zet!”
  • Yasunari Kawabata (1899–1972) in “The Master of Go” (1951): “Dat spel en ritme van zwart na wit, van wit na zwart, heeft het draagvlak en neemt de vorm aan van kunst. Het heeft in zich “a flow of the spirit and a harmony of music”. Alles gaat verloren wanneer er plots een valse noot wordt gespeeld, of wanneer een van de twee uitvoerders van het duet zich plots laat gaan in een “eccentric flight of his own”. Een meesterlijke partij kan helemaal tenietgedaan worden door respectloosheid voor de gevoelens van de tegenspeler.”
  • Stefan Zweig (1881–1942) in “Schaaknovelle” (1941): “Maar maakt men zich niet al aan een beledigende beperking schuldig, als men schaken een spel noemt? Is het niet ook een wetenschap, een kunst, iets dat tussen deze beide categorieën zweeft als de kist van Mohammed tussen hemel en aarde, een unieke verbinding tussen alle paren tegenstellingen; oeroud en toch eeuwig nieuw, mechanisch van opzet en toch alleen werkzaam door fantasie, begrensd binnen een meetkundig vastgelegde ruimte maar tegelijk onbegrensd in zijn combinaties, zich voortdurend ontwikkelend en toch steriel, een denken dat nergens toe leidt, een wiskunde die niets betekent, een kunst zonder produceren, een architectuur zonder stoffelijk resultaat en desalniettemin zoals bewezen is duurzamer in zijn Zijn en Bestaan dan alle boeken en kunstwerken, het enige spel dat toebehoort aan alle volkeren en alle tijden en waarvan niemand weet welke god het op aarde heeft gebracht om de verveling te doden, de zinnen te scherpen, de ziel spankracht te geven. Waar is bij dit spel begin en einde? Het heeft genieën voortgebracht op dit ene specifieke terrein, in wie visie, geduld en techniek in een even precies bepaalde verhouding werkzaam zijn als in de wiskundige, de dichter, de musicus, alleen in een andere gelaagdheid en samenhang.’
  • Kajiwara Takeo (1923–2009), 9de dan professionele Go player (in een interview in 1986): “Go is een wetenschap, een kunst en een spel. Slechts zij mogen in de eeuwige Hall of Fame opgenomen worden, die in zichzelf het samengaan vinden van wetenschappelijke precisie, artistieke improvisatie en spirituele vreugde van het spel.”